Print
Mucoviscidose
Mucoviscidose is een samenstelling van drie woorden: mucus, viskeus en ‘ose’.
‘Mucus’ betekent slijm, ‘viskeus’ betekent taai of kleverig en ‘ose’ wijst op een ziekte. Andere courante benamingen zijn taaislijmziekte of Cystic Fibrosis (CF).
Mucoviscidose is de meest voorkomende, ernstige, erfelijke ziekte in ons land. Elk jaar worden er in België ongeveer 50 kinderen met muco geboren, dat is dus gemiddeld 1 per week.
Mucoviscidose is een genetische aandoening en uit onderzoek blijkt dat ongeveer 1 op 20 mensen drager zijn van het mucogen. Dit betekent dat zij zelf geen ziektetekens hebben, maar het gen wel kunnen doorgeven aan hun kinderen. Wanneer beide ouders drager zijn, hebben ze één kans op vier om een kindje met muco te hebben. De meest betrouwbare test om deze diagnose te stellen is de zweettest.
De ziekte uit zich niet in één orgaan maar er zijn symtomen in verschillende stelsels.
Ieder mens heeft in zijn lichaam kliertjes die slijm afscheiden. Slijm zorgt er onder andere voor dat afvalstoffen in het lichaam, zoals bacteriën en ingeademde stofdeeltjes, worden afgevoerd. Tevens zorgt het ervoor dat de verteringsstoffen (enzymen) van de alvleesklier naar de dunne darm worden getransporteerd om een goede vertering te garanderen.
Bij mensen met mucoviscidose is het slijm dat deze kliertjes afscheiden te taai en kleverig, waardoor het de transporterende functie onvoldoende is. Als gevolg daarvan ontstaan er slijmophopingen in verschillende organen met vooral gevolgen voor de luchtwegen en de vertering.