Kinderen opvoeden als je muco hebt
Een kind opvoeden is boeiend. Het is een hele weg waarbij ouders hun kind stimuleren, sturen en steunen. Dag in, dag uit ontdekt een kind meer en gaat het een stapje verder. Voor opvoeders een pracht van een uitdaging. Alle ouders hebben opvoedingsvragen en voelen opvoedingsonzekerheid. Bij elke leeftijdsfase van je kind, van baby tot jong volwassenen, behoren nieuwe vragen.
In elke leeftijdsfase (baby, peuter, kleuter, lagere schoolleeftijd en adolescentie) heeft je kind specifieke ontwikkelingenstaken: leren kruipen, leren eten, naar school gaan, vriendschappen aangaan, ... Dit is zo voor alle kindjes, in alle gezinnen, dus ook bij jou. Kinderen van ouders met een chronische ziekte ontwikkelen zich goed. Maar het kan zijn dat je specifieke opvoedingsvragen hebt over hoe je ‘best’ kan opvoeden als je een muco-patiënt bent.
Hier staan enkele algemene tips waarover je kunt nadenken en die je kan bespreken met je partner, je ouders, ja familie of je vrienden. Je kan dit en andere vragen die je hebt, ook bespreken met de psycholoog en sociaal verpleegkundige van het muco-team.
Iedereen heeft zijn manier om met problemen om te gaan. Sommige praten er liever nooit over, anderen voelen zich opgelucht als ze er wel over praten. Sommige hebben een hobby die voor afleiding zorgt of storten zich in hun werk. Andere hebben soms een hevige huilbui of roepen eens hard en kunnen er dan weer tegen. Bekijk bij jezelf en je partner hoe jullie met muco omgaan, hoe jullie reageren op momenten dat het moeilijk gaat. Er is niet één juiste manier om te reageren. Maar wat je vooral wil vermijden is moeilijkheden zo klein mogelijk maken of niet over praten. Hierdoor leren kinderen dat ze niet mogen spreken over moeilijkheden of uiting geven aan negatieve emoties.
Praat met je kind (steeds aangepast aan de leeftijd) over muco, je gezondheidstoestand en over je gevoelens.
Geef informatie over de ziekte en de behandeling op een manier die aangepast is aan de leeftijd van je kindje. Zodat hij/zij begrijpt wat er aan de hand is. Je weet natuurlijk zelf al veel, maar toch is het goed om je kennis over muco nog eens op te frissen en woorden te zoeken die je kind kan begrijpen.
Hou je kind op de hoogte van je gezondheidstoestand. Laat weten als het goed gaat maar ook als het minder goed gaat. Kondig, indien mogelijk, tijdig een ziekenhuisopname aan. Ook hier weer, aangepast aan de leeftijd en het tijdsbesef van het kindje.
Vertel ook iets over je eigen emoties bv dat je verdrietig bent als je te moe bent om mee naar een schoolfeestje te gaan. Maar ernaar uitkijkt om samen de foto’s te bekijken. Overdrijf niet in het uiten van je emoties naar je kind. Bespreek ook gevoelens die te maken hebben met je behandeling. Dit maakt de weg vrij voor kinderen om ook hun gevoelens te kunnen bespreken.
Kinderen vinden het vaak moeilijk omgaan met ongrijpbare symptomen zoals pijn, vermoeidheid, hoestbuien… leg uit aan je kind wat je voelt, welk effect dit op je heeft, hoe je er mee omgaat.
Als je iets wil bespreken met je kind, doe dit op een moment dat je zelf rustig bent. Zoek een eigen stijl om met je kind te praten. Af en toe een grapjes maken mag zeker. Humor leert kinderen relativeren. Een goed gesprek is belangrijk, maar juist de onverwachte grapjes tussendoor maken deze gesprekken wat lichter.
Peuters en kleuters zijn egocentrisch en kunnen de wereld enkel vanuit zichzelf bekijken. Ze hebben weinig inlevingsvermogen. Het kan zijn dat ze confronterende vragen stellen op een onverwacht moment. Schrik hier niet van maar probeer een eerlijk, kort en duidelijk antwoord te geven. Vraag steeds of ze het begrepen hebben. Let op voor te veel beeldspraak, want fantasie en realiteit lopen in elkaar over. Uitspraken als ‘er zitten slechte beestjes in mijn longen’ kunnen ze letterlijk verstaan.
Vraag niet aan je kind om iets geheim te houden. Als je iets vertelt, dan mogen ze dit op school in het kringgesprek of aan vrienden zeggen. Anders ontstaat er taboe en schaamte over muco of het idee dat ziek zijn fout is en niet mag.
Schakel familie, vrienden of andere steunbronnen in om voor opvang van je kind (bv tijdens ziekenhuisopnames) of om je gezin te ontlasten bij de dagelijkse gang van zaken.
Jonge kinderen en adolescenten die regelmatig door andere familieleden of vrienden worden opgevangen ervaren hier weinig hinder van. Op voorwaarde dat er een zekere mate van voorspelbaarheid en/of regelmaat is bij deze opvang. Ziekenhuisopnames kunnen voor het kind steeds op dezelfde manier verlopen. Bijvoorbeeld: enkele dagen thuis, enkele dagen bij oma, 2x op bezoek komen. Indien mogelijk is het aangewezen dat hobby’s van de kinderen gewoon kunnen doorgaan.
Na de geboorte van een babytje moet elk gezin zoeken naar een nieuw evenwicht. Uiteraard is het belangrijk dat je hierbij ook tijd en ruimte maakt om je behandelingen te kunnen blijven doen. Bespreek dit samen met je partner. Het kan handig zijn een vast moment af te spreken waarop iemand de onmiddellijke zorg voor je kindje even kunnen overnemen zodat je tijd hebt om je behandeling te doen. Het geeft kinderen een veilig gevoel als ze ervaren dat je gezin kan steunen op de hulp van anderen.
Kinderen creëren een extra dimensie aan een partnerrelatie, maar leggen er ook extra druk op. Zoals voor alle koppels is het belangrijk dit regelmatig te bespreken. Partners van muco-patiënten hebben soms ook zorgende taken naar hun partner. Nu komt daar ook de zorg voor het kindje bij. Hoe gaan jullie hiermee omgaan? Wat kunnen jullie van elkaar verwachten en waar ligt de grens?
Alle kinderen, ook de hele kleintjes en zelfs adolescenten, willen voor hun ouders zorgen, bijvoorbeeld door flink te zijn op school, een mooie tekening te maken, hun speelgoed op te ruimen of op tijd thuis te komen. Als je het gevoel krijgt dat je kind te vaak te goed gedraag en weinig ruimte en tijd voor zichzelf maakt, is het aangewezen om dit te bespreken met iemand om te bekijken wat je hieraan kan doen.
Kinderen beleven veel plezier aan activiteiten met hun ouders buitenhuis en ook gezellig samen in huis. Evenzo is het voor hen fijn om met leeftijdsgenootjes zich te kunnen uitleven. Gezinnen waarin extra zorg nodig is, vinden hiervoor soms moeilijk tijd. Vooral als kinderen zelf de boodschap geven dat ze geen hulp bij schoolwerk nodig hebben of liever geen hobby hebben. Het kan zijn dat ze dit doen omdat ze geen extra belasting voor hun ouders willen zijn. Denk niet te gauw dat hij of zij trekt zijn plan wel.
Kinderen van een ouder met een chronische ziekte vinden het ondersteunend als ze kunnen praten met lotgenoten en/of een vertrouwenspersoon. Dit kan de psycholoog of sociaal verpleegkundige van het muco-team zijn. Het geeft hen de mogelijkheid om te praten over hun beleving. Wacht niet tot je kind zelf vraagt om met iemand te praten. Biedt het aan, door ze eens mee te nemen naar het ziekenhuis of laat het team weten wanneer je kindje op bezoek komt tijdens een opname. Het is beter om preventief te handelen dan te wachten tot er iets aan de hand is.
-
je kind teruggetrokken, angstig en/of verdrietig is
-
je kind veel ruzie maakt met vriendjes en/of slechte punten haalt op school
-
er veel spanning is thuis
-
je kind veel zorgt voor de andere gezinsleden, veel huishoudelijke taken uitvoert
-
je kind weinig aandacht voor zichzelf vraagt
-
het eet-moment een strijd is
-
je kind heel erg zijn best doet om goed te presteren en weinig vraagt naar leuke activiteiten