In de zorg is ook nood aan een ‘kritisch maximum’

In de zorg is ook nood aan een ‘kritisch maximum’

19 oktober 2020

We moeten in de zorg af van altijd maar groter en altijd maar meer. Geregeld wordt gesproken van een ‘kritisch minimum’. Maar vaak is er is in de zorg net nood aan een ‘kritisch maximum’.

Auteur: prof. dr. Marian Vanhoeij , Kliniekhoofd Heelkunde & Medisch coördinator Borstkliniek

Als kind kreeg je in de jaren ’70-’80 geregeld de volkswijsheid “Wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd” om je oren geslagen. Meestal op een moment dat je durfde te klagen over het krijgen van maar 1 stukje taart of het niet krijgen van een wat duurder kledingstuk. Dat gezegde gaf mij in ieder geval wel het gevoel dat je toch op de één of andere manier moest streven naar dat ‘grote’, dat dat kleine toch niet voldoende was. Ik voel dat ook zo aan in de medische realiteit waarin ik werk. Er dient gestreefd te worden naar meer patiënten, meer ingrepen, meer inkomsten daar waar ik eigenlijk het liefst zou hebben dat er zo weinig mogelijk mensen ziek zouden worden. Zelfs dat idee indachtig – want hoe kan je nu eigenlijk anders denken – zou je toch moeten ijveren voor een groter deel van de taart, mensen weglokken uit andere ziekenhuizen dus.

“Alsof alles altijd meer en groter moet worden”

Het wringt bij mij. Alsof alles altijd meer en groter moet worden. Alsof dat het dan ook vanzelf beter zal worden. Ik word al heel mijn leven aangetrokken door kleinschaligheid. Ik ga liever winkelen in boetieks, ik koop mijn kaas liever in een speciaalzaak dan in de supermarkt, ik ga liever naar concerten in den AB dan in het Sportpaleis en ik zal op vakantie ook altijd weg schuwen van massa-badplaatsen met gigantische hotels. Toen ik 16 werd kreeg ik van mijn vader een schilderijtje. Een heel mooi schilderijtje van een kleine poes. Op de achterkant schreef hij: “Behoud voor altijd je liefde voor de kleine en eenvoudige dingen van het leven”. De Borstkliniek is klein en ik hou ervan.

Klein maar groot genoeg

Alhoewel. Zo klein is zo ook niet, onze Borstkliniek. We zien er bijna 4.000 patiënten per jaar. Er worden ongeveer 220 nieuwe borstkankerdiagnoses gesteld en 290 heelkundige ingrepen uitgevoerd. Dat is groot genoeg om een volwaardige coördinerende Borstkliniek te zijn. Groot genoeg om de nodige expertise te hebben om patiënten te loodsen doorheen dat steeds ingewikkelder wordende multidisciplinaire traject van borstkankerbehandeling. Groot genoeg om ons te kunnen omringen door collega’s met veel ervaring: gespecialiseerde seno-radiologen en pathologen, toegewijde oncologen en radiotherapeuten, bekwame plastisch chirurgen alsook een fantastisch team van borstverpleegkundigen en psychologen. Groot genoeg om ons eigen secretariaat te verantwoorden zodat bij telefonisch contact je al meteen iemand aan de lijn krijgt die je op de meest efficiënt mogelijke manier verder helpt.

“Ik blijf houden van de eerder kleinschalige en daardoor zeer menselijke aanpak”

De Borstkliniek heeft inderdaad wel behoefte aan een kritisch minimum patiëntenvolume. Zonder dat aantal kan je als instelling moeilijk investeren in dergelijke specialisatie en toewijding. Maar ik ben er ook ten stelligste van overtuigd dat er een ‘kritisch maximum’ is. Een maximum aan werkbelasting voor al die toegewijde medewerkers dat wanneer het overschreden wordt ten koste gaat van de zeer persoonlijke aanpak die we wensen te bieden. Wanneer de gespecialiseerde kaashandel groter wordt, zal ik er mij, als klant, duidelijk minder goed gaan beginnen voelen. Ze gaan mij niet meer zo goed kennen, ze gaan mij geen suggesties kunnen doen gebaseerd op eerdere aankopen. Critici zullen nu de waarde van de artificiële intelligentie aanhalen. De computer zal na vertoon van je klantenkaart, je gsm of wat dan ook, wel suggesties kunnen doen net zoals die gepersonaliseerde reclamebladen die in je brievenbus belanden.

Ik ben allicht wat ouderwets, maar ik blijf houden van de eerder kleinschalige en daardoor zeer menselijke aanpak, in mijn kaaswinkel en in de Borstkliniek. Precies daarom vind ik dat de Borstkliniek groot(s) genoeg is.


Elk blogbericht op ‘UZ Brussel blogt’ weerspiegelt enkel de mening van de respectievelijke auteur.

Prof. dr. Marian Vanhoeij Prof. dr. Marian Vanhoeij
Prof. dr. Marian Vanhoeij
Kliniekhoofd Heelkunde & Medisch coördinator Borstkliniek
Prof. dr. Marian Vanhoeij is kliniekhoofd Heelkunde en medisch coördinator van de Borstkliniek van het UZ Brussel.

Respect zit verweven in het DNA van het UZ Brussel. Daarom staat respect ook centraal bij het reageren op nieuws- of blogberichten. We kennen graag uw graag mening en staan open voor suggesties of vragen, maar vragen wel om een aantal simpele regels in acht te nemen. Alleen reacties die de regels respecteren, worden goedgekeurd en gepubliceerd.