Regionale anesthesie

De anesthesist(e) geeft een inspuiting ter hoogte van het ruggenmerg of van een zenuwbaan of zenuwknooppunt van het operatiegebied. Een deel van het lichaam wordt gevoelloos, soms ook bewegingsloos. Er zijn 3 types regionale anesthesie:

  • Regionale zenuwblokkade
  • Epidurale anesthesie
  • Spinale of rachi-anesthesie

De voordelen van regionale anesthesie

  • De patiënt blijft bewust en kan dus praten met artsen en verpleegkundigen.
  • Na de operatie blijft de verdoving een tijd nawerken, waardoor minder pijnstilling moet gegeven worden.

De nadelen en risico’s van regionale anesthesie

  • Het bewust meemaken van de operatie kan de patiënt overweldigen.
  • De medicatie kan het hartritme en de bloeddruk doen stijgen en (heel zelden) een epilepsieaanval uitlokken.
  • Een allergische reactie is mogelijk maar met de huidige verdovingsmiddelen is het risico klein.
  • De patiënten verblijven gemiddeld langer in de ontwaakzaal omdat de verdoving langer nawerkt.
  • De plaats van de injectie kan een tijd opgezwollen, gevoelig, en/of blauw zijn.
  • Door zenuwbeschadiging kan een aanhoudende pijn, gevoelloosheid of zwaktegevoel optreden.
  • Infecties komen zelden voor.
  • Uitzonderlijk heeft de regionale anesthesie een onvolledig effect en zal de anesthesist(e) toch kiezen voor een algemene anesthesie.

< Terug