De witte bloedcellen vormen het immuunsysteem. De belangrijkste cellen zijn de fagocyten, lymfocyten en NK-cellen, met elk hun eigen functie. Bij sommige PID’s werken deze cellen niet zoals het hoort. Bijvoorbeeld neutrofielen die geen bacteriën meer opnemen, of B-cellen die geen antilichamen kunnen aanmaken. Door de celfunctie te testen wordt achterhaald of alle witte bloedcellen werken zoals ze dat moeten doen.
De witte bloedcellen vormen het immuunsysteem. De belangrijkste cellen zijn de fagocyten, lymfocyten en NK-cellen, met elk hun eigen functie. Bij sommige PID’s werken deze cellen niet zoals het hoort. Bijvoorbeeld neutrofielen die geen bacteriën meer opnemen, of B-cellen die geen antilichamen kunnen aanmaken. Door de celfunctie te testen wordt achterhaald of alle witte bloedcellen werken zoals ze dat moeten doen.